Wijnen, Wynand
ERFGOED
1934-2012
Wijnen, Wynand

Door Annemieke Klijn

Wynand Wijnen (1934-2012) was één van de pioniers die aan de wieg stonden van de Rijksuniversiteit Limburg en was grondlegger van het probleemgestuurd onderwijs. Onderwijs was volgens hem niet zozeer een vorm van kennisoverdracht van docent naar student, maar een vorm van kennisverwerving door de student zelf. Zijn invloed op het onderwijs ging en gaat verder dan die op zijn ‘eigen’ universiteit, ook nationaal en internationaal speelde hij een rol op het gebied van beoordeling en toetsing, probleemgestuurd onderwijs, studiehuis, kwaliteitsbewaking en studeerbaarheid.

Wynand werd in 1934 geboren en groeide op in Hegelsom, een klein plaatsje in het Noorden van Limburg. Als oudste zoon uit een gezin van 14 kinderen volgde Wijnen als vanzelfsprekend een priesteropleiding, maar op zijn vierentwintigste sloeg hij een andere weg in en ging psychologie in Nijmegen studeren. Na zijn studie werkte hij vanaf 1964 bij de Rijksuniversiteit Groningen, eerst als wetenschappelijk medewerker bij Psychologie, en later, vanaf 1967 als hoofd van het door hem opgerichte Centrum voor Onderzoek van het Wetenschappelijk Onderwijs. In 1971 promoveerde hij op het proefschrift Onder of boven de maat, waarin hij zich keerde tegen ‘absoluut normeren’ en een pleidooi hield voor ‘relatief normeren’. Het ‘relatief normeren’ werd als de ‘methode Wijnen’ bekend.

Zijn interesse richtte zich op het medisch onderwijs dat in de jaren zestig ter discussie stond. Belangrijke vragen waren: hoe moest de universiteit de grote aantallen, vooral medische, studenten verwerken en hoe kon de medische opleiding beter aansluiten bij de beroepspraktijk? Via de tien jaar oudere Harmen Tiddens (1923-2002), van oorsprong hoogleraar kindergeneeskunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht, die zich sterk maakte voor vernieuwing van het geneeskundig curriculum, raakte Wijnen vanaf 1970 betrokken bij de plannen om in Maastricht een achtste medische faculteit op te richten.

Wijnen en Tiddens bepleitten een vervroegde start van de achtste medische faculteit in 1974, vooruitlopend op de officiële opening in januari 1976. Met die vervroegde start werd een point of no return beoogd. In Den Haag was vanaf begin jaren zeventig twijfel ontstaan aan de noodzaak van de achtste. De legitimatie werd nu gevonden in het onderwijskundig experiment. Geïnspireerd door het voorbeeld van met name McMaster University in Hamilton (Canada) introduceerden beiden het problem based learning, waarmee de nieuwe faculteit zich onderscheidde. Het accent zou liggen op attitude-ontwikkeling, probleemoriëntatie, zelfwerkzaamheid en voortgangsevaluatie, én op samenwerking  in de regionale gezondheidszorg. In 1973 werd Wijnen hoofd van ‘het bureau onderwijsontwikkeling’ en vanaf 1977 hoogleraar ‘ontwikkeling en onderzoek van hoger onderwijs’. Zelfsturing en samenwerking stonden in Maastricht voorop. Nieuw was dat studenten het onderwijs thematisch kregen aangeboden in de vorm van praktische problemen die zij in groepjes moesten oplossen. In plaats van docenten kwamen ‘tutoren’ die het studieproces in goede banen moesten leiden. Wijnen leverde een originele bijdrage aan het probleemgestuurd leren met de ‘voortgangstoets’: een aselecte steekproef van vragen, ontleend aan het eindpunt van de opleiding. Deze toets, die vier keer per jaar bij alle studenten werd afgenomen, bood inzicht in het (individuele) kennisniveau van de student(en). Bij de aanvaarding en verspreiding van de onderwijsvernieuwing speelde Wijnen een cruciale  rol. Hij bracht zijn visie met grote overtuigingskracht naar voren. Werd Maastricht de eerste jaren met scepsis bekeken, na verloop van tijd groeide de nieuwsgierigheid naar en de acceptatie van het probleemgestuurd onderwijs, niet alleen op nationaal maar ook internationaal niveau.

Van 1977 tot 1980 was Wijnen bouwdecaan van de algemene faculteit om een studie sociale gezondheidkunde van de grond te tillen. Na het vertrek van Tiddens, de eerste rector magnificus van de Rijksuniversiteit Limburg, werd hij vanaf begin 1979 tot begin 1982 rector. Aan deze episode beleefde hij weinig plezier. Er school geen bestuurder in deze bevlogen, idealistische onderwijsman. Hierna richtte hij zijn blik naar buiten. Hij zat in diverse (ministeriële) commissies en kwam als ‘nationale onderwijsvernieuwer’ bekend te staan, zowel in het hoger als in het middelbaar onderwijs. In 1995 stelde de Universiteit Maastricht de ‘Wynand Wijnen onderwijsprijs’ in voor een medewerker die een buitengewone bijdrage had geleverd aan het onderwijs van deze universiteit. Vier jaar later ging hij met emeritaat. Hij bleef tot aan zijn dood in 2002 betrokken bij onderwijsvernieuwing en was actief in diverse organisaties, zoals in de Narren Universiteit Limburg.

Zie: Wynand Wijnen blikt (in 2005) terug op de start van sociale gezondheidkunde.

PERSONEN
Albeda, Wil
1925-2014
Drop, Riet
1935-2002
Kuppen, Ine
1945-2022
Rouwenhorst, Wilhemina
1905-2000
Tans, Sjeng
1912-1993
Tiddens, Harmen
1923 - 2002
Wijnen, Wynand
1934-2012
© 2024 Kunst- en erfgoedcommissie, Universiteit Maastricht